Lenneke Mol is brandweer. Sinds 2014 helpt zij kazerne Katwijk als vrijwilliger. Lenneke vertelt over haar korps. "Kazerne Katwijk bestaat uit 48 brandweerlieden, waarvan vier vrouwen. Ik ben er daar eentje van". Ze geeft aan dat er geen andere behandeling is voor de vrouwen dan voor de mannen. "We doen dezelfde tweejarige opleiding als onze mannelijke collega's en we moeten dezelfde fysieke test afleggen". De test kan best pittig zijn geeft ze aan. "We moeten, net als de mannen, in een gebouw met rook een pop van 80 kilo verslepen, een plafond kapot stoten en door tunnels kruipen".

Als brandweer kom je in heftige situaties terecht weet ze te vertellen. "Het ene moment sta ik in iemands slaapkamer en moeten we die persoon naar buiten takelen. Het andere moment moeten we een slachtoffer bevrijden na een zwaar verkeersongeval". In een dorp als Katwijk is het goed mogelijk dat een slachtoffer een bekende is. Gelukkig kan Lenneke altijd vertrouwen op haar team. "In ons team hoeven we onszelf op dat soort momenten niet stoer voor te doen. We staan voor elkaar klaar en vangen collega's ook na een incident goed op", vertelt ze.

"Vrijwilliger zijn bij de brandweer is geweldig"

Het brandweerwerk vergt een flinke investering. "Er gaat een hoop tijd in zitten. De opleiding is behoorlijk pittig en fysiek zwaar. Na de opleiding wordt van je verwacht dat je ook daadwerkelijk paraat staat", vertelt Lenneke. Een pieper kan altijd afgaan. "Er zijn brandweermannen die overdag een klant op hun kantoor moeten achterlaten om naar de kazerne te snellen. Ik laat regelmatig mijn hondje Scoob achter. Die moet dan wachten tot het baasje weer thuis is".

Lenneke vindt het brandweer zijn het meer dan waard. "Vrijwilliger zijn bij de brandweer is geweldig. Ik doe er veel mooie, lastige en soms ook heftige ervaringen op. Het bezorgt mij adrenaline én een nieuwe familie. We zijn er voor elkaar en klaren samen de klussen die op ons pad kommen. Hartstikke belangrijk werk, dat me veel voldoening geeft", zegt ze trots.